We werken in vier fasen toe naar actuele examenprogramma’s. In de derde fase beproeven we de conceptexamenprogramma’s en conceptsyllabi op scholen. Leraren, leerlingen en schoolleiders testen ze op consistentie, bruikbaarheid en effectiviteit. Met de resultaten uit de fase van beproeven scherpen we de conceptexamenprogramma’s en -syllabi waar nodig aan.
Fase twee, drie en vier lopen voor een deel tegelijkertijd.
Er zijn drie vormen van beproeven:
Elk van deze vormen kent dus een eigen aanpak en tijdschema, waarbij geldt dat de try-out als vorm van beproeven het uitgangspunt is voor elk vak.
Samen met betrokkenen bekijken we per vak hoe uitgebreid we de verschillende schooltypen en leerwegen moeten beproeven, welke vorm we daarbij gebruiken en hoeveel tijd dat nodig heeft. We proberen steeds de beste balans te vinden tussen tijd en kwaliteit. Dit betekent dat de fase van beproeven zo kort mogelijk is, maar lang genoeg om de examenprogramma’s goed te kunnen invoeren.