Actuele examenprogramma’s dragen bij aan een goede doorstroom naar het vervolgonderwijs en tussen schoolsoorten en leerwegen. Ook bereiden ze leerlingen beter voor op hun plek in de maatschappij. In opdracht van het ministerie van OCW en samen met het onderwijsveld gaat SLO daarom met de actualisatie aan de slag. Voor bewegen en sport staan de maatschappelijke en curriculaire vraagstukken beschreven in de startnotitie.
De examenprogramma’s van de lichamelijke opvoeding I, lichamelijke opvoeding, lichamelijke opvoeding II en bewegen, sport en maatschappij worden geactualiseerd. Er komen nieuwe examenprogramma’s voor alle schoolsoorten en leerwegen waarbinnen het vak wordt aangeboden
Een vakvernieuwingscommissie, bestaande uit leraren, vakexperts en curriculumexperts, werkt onder leiding van een procesregisseur aan de actualisatie van de examenprogramma’s bewegen en sport. Bekijk welke leraren en vakexperts in de vakvernieuwingscommissie bewegen en sport zitten.
Naast elke vakvernieuwingscommissie is een advieskring ingericht. De advieskring bestaat uit een vertegenwoordiging van de onderwijspraktijk en geeft feedback op de concepttussenproducten. Bekijk de leden van de advieskring bewegen en sport.
De advieskring geeft feedback en reflecteert op de tussenproducten. De advieskring bestaat uit:
Gedurende het vernieuwingstraject kunnen de commissies aanvullend ook andere experts bevragen. Bekijk wie er in de advieskring bewegen en sport zitten.
Een examenprogramma is een bij wet- en regelgeving vastgelegd curriculumdocument, dat voor een vak beschrijft wat er aan het einde van het voortgezet onderwijs bereikt moet zijn om het vak met succes af te ronden. De geactualiseerde examenprogramma's beschrijven dat in termen van beheersing en/of ervaring. Het omvat in elk geval een karakteristiek en een set van eindtermen geordend in (sub)domeinen. Indien sprake is van een centraal- en schoolexamen, bevat het examenprogramma ook een verdeling van inhoud over het centraal en schoolexamen.
Actuele examenprogramma’s dragen bij aan een goede doorstroom naar vervolgonderwijs en tussen schoolsoorten en leerwegen. Ook bereiden ze leerlingen voor op hun plek in de maatschappij.
De examenprogramma’s zijn niet meer actueel. Om leerlingen goed voor te blijven bereiden op hun vervolgopleiding en toekomst, is het noodzakelijk om de examenprogramma’s te actualiseren.
In juni 2022 is in opdracht van het ministerie van OCW de actualisatie van de examenprogramma’s Nederlands, moderne vreemde talen, wiskunde (havo en vwo), natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer gestart. In januari 2023 is ook de actualisatie van de examenprogramma's Fries, klassieke talen en de moderne vreemde talen Arabisch, Chinees, Italiaans, Russisch en Turks van start gegaan.
Het ministerie van OCW gaf SLO in 2024 daarnaast de opdracht om de examnprogramma's van de overige vakken te actualiseren. In september 2024 zijn vakvernieuwingscommissies gestart met het actualiseren van vakken binnen bewegen en sport, kunst en cultuur en mens en maatschappij. In september 2025 volgen informatica, maatschappijkunde en maatschappijwetenschappen.
Elke vakvernieuwingscommissie heeft maximaal 24 maanden om de nieuwe conceptexamenprogramma’s voor het betreffende vak of cluster van vakken op te leveren. De conceptexamenprogramma’s voor de vakken Nederlands, moderne vreemde talen, wiskunde, natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer zullen in maart 2024 gereed zijn. Daarna worden deze conceptexamenprogramma’s beproefd op bruikbaarheid en effectiviteit in de praktijk.
Het ministerie van OCW geeft opdracht tot het actualiseren van de examenprogramma’s en heeft de uitgangspunten en kwaliteitscriteria vastgesteld in een werkopdracht aan SLO. Vakvernieuwingscommissies van leraren, vakexperts en curriculumexperts gaan in samenwerking met advieskringen werken aan de volgende tussenproducten:
De vakvernieuwingscommissies krijgen bij aanvang een startnotitie. Startnotities per vak beschrijven de probleemanalyse, relevante ontwikkelingen in onderwijsbeleid en -onderzoek, het onderwijsveld en de samenleving in relatie tot het curriculum. De startnotities zijn opgesteld door SLO samen met vakexperts, docenten, vakdidactici en toetsdeskundigen. Na oplevering van de conceptexamenprogramma's zullen de programma's met het veld worden beproefd en op basis van de inzichten daaruit worden geactualiseerd.
Nadat de conceptexamenprogramma’s gevalideerd en in praktijk beproefd zijn, worden handreikingen opgeleverd die scholen gebruiken bij het ontwikkelen van schoolexamens. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de schoolexamens. Als het vak ook een centraal examen kent, worden daarnaast voorschrijvende syllabi opgeleverd die de doelen specificeren die zijn toegeschreven aan het centraal examen. Deze syllabi dienen als basis voor de uitwerking van de centrale examens. Ook helpt het leraren hun leerlingen goed voor te bereiden op de examens.
In de teams en vakvernieuwingscommissies gaan leraren, vakexperts en curriculum experts aan de slag met de actualisatie. Zij werken samen met een advieskring, die onder andere bestaat uit vakverenigingen, wetenschappers, lerarenopleidingen en andere relevante netwerken passend bij het betreffende vak. Daarnaast worden vakexperts geraadpleegd. Uiteraard worden leerlingen ook betrokken bij het actualisatieproces. SLO organiseert samen met het LAKS leerlingpanels, waarbij leerlingen reflecteren op de (tussentijdse) plannen en producten van de teams en vakvernieuwingscommissies.
Leerlingpanels reflecteren op de (tussentijdse) plannen en producten van de teams en vakvernieuwingscommissies. Hierin wordt samengewerkt met het LAKS. In de uiteindelijke conceptkerndoelen en -examenprogramma’s wordt toegelicht hoe de input van leerlingen is verwerkt. Tijdens de gehele fase van beproeven worden leerlingen in de lessen betrokken bij de nieuwe vakinhouden. Hun input wordt meegenomen in de definitieve versie van de conceptexamenprogramma’s en conceptsyllabi.
Om de kwaliteit van de (tussen)producten en het proces te waarborgen heeft SLO naast de externe advieskring ook een intern systeem van kwaliteitszorg ingericht. Dit systeem bestaat uit twee onderdelen: een monitorteam en een expertpoule.
Om het curriculum behapbaar te houden voor leerlingen, leraren en het leren, is voor de ontwikkelaars van het nieuwe curriculum voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs een tijdsbegrenzing per vak nodig. Lees op deze pagina alles over het kader ontwerpruimte.